Wat een arrogantie van de mens te denken dat hij het eindpunt is van ‘de evolutie’. In onze onwetendheid en onverschilligheid in de benadering van de realiteit (De zintuiglijke benadering van het universum en deze als maatstaf aanhouden zonder daar bewust en doordrongen van te zijn) meent de mens alles te weten en begrijpen of anders in de toekomst kunnen doorgronden van dat wat er is.
Uiteraard generaliseer ik nu en ben ik me ervan bewust dat dit niet voor elk individu geld echter als geheel bekeken is de mens nog altijd behoorlijk onwetend over zijn eigen aard.
Wat hier getoond wordt is de aard van het ego.
Feit is: de menselijke geest is zeer beperkt en onze zintuigen vangen een fractie op van de realiteit. De horizon van ons menselijk bewustzijn (welke een vrijwillige contractie is van het universele oneindige bewustzijn) Is niet groot. In onze onwetendheid menen wij het geheel te bevatten maar in werkelijkheid vatten wij nog niet eens een fractie.
Nisargadatta Maharaj en Alexander Smit zegden het al: wij zijn fragmenten.
In haar tocht zichzelf te ervaren en begrijpen, splitst of verdeeld het universele oneindige bewustzijn zich in fragmenten welke wij dan zijn zodat wij vanaf dit punt kunnen ervaren, nadenken en voelen.
Feit is: de menselijke staat van zijn is een van de vele en mogelijke uitdrukkingsvormen van dat wat zelf geen vorm en eigenschappen heeft, maar in onze arrogantie denken wij dat wij het eindpunt zijn van dit alles.
oké dit gaat niet voor iedereen op maar het gros van de mensheit is zich niet of nauwelijks bewust van het feit dat wij een transitie zijn; een doorgang van vorm naar vorm.
Je kan de mens vergelijken met condens, condens van het oneindige universele bewustzijn op het canvas van de mogelijkheden.
De grap is dat dit Canvas geen canvas is. De condens (wij en alle andere wezenlijke en vormelijke objecten) ontstaat als het ware in het luchtledige in de oneindigheid of de vol-ledigheid van dat wat is. Nogmaals: wat een arrogantie van dit egoïstische beperkte kleine nietige wezentje om te denken dat hij in controle is van alles wat er is en dat hij denkt dat de wereld maakbaar is.
Wij zijn er vanuit de dualiteit gezien nog maar het kortst van alle levende wezens op deze aarde en wij weten niet hoe veel intelligente levensvormen er zijn of zijn geweest in het heelal maar toch menen wij te kunnen zeggen dat wij het begrijpen en er controle over kunnen hebben. Is dat niet merkwaardig?
Ego is niets anders dan vleesgeworden weerstand in een wezen wat ze eigen bestaan nauwelijks kan bevatten.
Wat het ego niet door heeft is dat ze zelf manifestatie is van datgene wat is. Van dat wat zelf alle mogelijkheid is wat het kan zijn maar dat zelf niet is omdat dit is wat zich uitdrukt in vorm. Het is uit te drukken als leegte wat zich uitdrukt. Dat wat zich vormt om zo te kunnen ervaren dat het leegte en vorm tegelijk is.
Hoe is het toch mogelijk dat zoveel mensen het niet zien? Wat is er moeilijk aan in te zien dat je tijdig wezentje bent wat zich toevallig bewust is van zichzelf en zijn situatie. Wat is er moeilijk aan om alles wat jou overkomt (denken, voelen, waarnemen en herinneren), te ervaren als dat wat je overkomt niets meer en niets minder. Het is niet iets wat te begrijpen ofwel vast te pakken is en dat hoeft ook niet!
Het leven zelf overkomt je en alles wat je overkomt overkomt je dat is een feit. waar halen wij dan nogmaals die arrogantie vandaan om te menen dat wij onszelf hebben gecreëerd en dat wij de architecten zijn van de werkelijkheid.
De illusie een persoontje te zijn die controle heeft over zijn of haar leven is een hardnekkige illusie. Het overkomt ons allemaal en we zijn ons er nauwelijks bewust van dat dit een staat van bewust zijn is. We hebben niet door dat wij ons zelf hier in positioneren. We zetten ‘ons zelf’ letterlijk gevangen in onze gevangenis van ideeën, opvattingen en een geloof of hardnekkig idee dat de zintuigelijkheid het enige is wat er is.
Wanneer leren wij zien dat, dat wat dit alles gewaar wordt, dat ‘dat’ niet een ‘dat’ is het is geen object het is gewoon dat gewaar zijn in zichzelf wat zichzelf gewaarwordt van zichzelf in zichzelf door zichzelf.
De enige opdracht die wij ons werkelijk kunnen stellen om hier inzicht in te krijgen is de weerstand op geven tegen dat waar wij ons tegen weerstaan. Het is werkelijk leren zien dat je ziet vanuit de illusie, je ziet dat wat je wil zien, je ziet jezelf in alles en die eenheid is dat wat het is (alleen zien de meesen mensen dat dus niet zo).
Hoe kunnen wij weten dat dit zo is? Het absolute nulpunt zoals we dat kennen vanuit de natuurkunde is hier een mooi voorbeeld voor. Stel je voor dat het absolute nulpunt behaald wordt dan stellen wij ons voor dat wij dat gewaar zijn dat wij daar de getuigen van kunnen zijn. Maar dit is volstrekt onmogelijk! hoe kan iets, of een persoon, of wat dan ook getuige zijn van het oplossen van zichzelf dat is onmogelijk. Dit zogenaamde nulpunt Is namelijk geen punt en kan dit ook nimmer zijn. Want dat wat ‘absoluut nul’ word (eigenlijk is het voldoende te spreken van absoluut maar houd er hierbij echter rekening mee dat het de vinger is die naar de maan wijst, houd je aandacht gericht op daar waar naar gewezen word. de vinger is dan niet meer nodig), houdt op te zijn, heeft geen vorm dus ook geen tijd. Daar is met geen enkel intellect enige benadering voor te vinden om dat te kunnen ervaren.
Wat zegt dit over ons,over de mensheid, over het leven? Het zegt ons dat elke vorm die bestaat zichzelf gewaar is dankzij die vorm, zonder die vorm kan geen ervaring in bestaan worden ervaren.
Het is de grootste leugen die de mensheid zichzelf verteld: Die waarbij we onszelf vertellen dat wij fragment zijn. We zijn dan een man of een vrouw of een blanke, een mens geen dier. dit, niet dat, wel dat en dat. Het is deze leugen waardoor alle weerstand, verzet en ellende begint. De vleesgeworden weerstand van mensen die geloven een fragment te zijn.