Het probleem (van de ‘niet-zelf gerealiseerde mens’) is: je gelooft de ideeën over jezelf. Hiermee beperk je jezelf met de gedachten.

Er is een verschil tussen geloven en weten. Geloven is en blijft toch altijd een bepaalde vorm van een idee,  terwijl weten een absoluut weten is, dat is niet in woorden uit te leggen.

Het verschil tussen geloven en weten is dat de laatste absoluut is, er is geen verandering meer mogelijk, terwijl met een geloof dat wel mogelijk is.

Dat is het verschil tussen een zelf gerealiseerde en ‘niet-zelf gerealiseerde’. De ‘zelf gerealiseerde’ weet dat hij is, Terwijl de ‘niet-zelf gerealiseerde’ gelooft wat hij is.

Het is de realisatie, Nu in dit onmiddellijk Nu, dat te zijn zonder dat daar denken achteraan komt. Het probleem waar de gewone mens, oftewel de ‘niet-zelf gerealiseerde mens’, tegen aanloopt is het feit dat die mens in het onmiddellijke Nu is, en dat direct volgend op deze realisatie de geest dit Nu-zijn onmiddellijk omzet in ideeën en concepten.

Het onmiddellijke hier-Zijn wordt direct opgesloten in ideeën en concepten. de moderne mens is zo gewend geraakt aan het alledaagse denken dat het bedekken van het onmiddellijke Nu met concepten automatisch gebeurt, wij hebben het niet eens meer door!

Dit bedekken start al in de vroege kindertijd. Als kind wordt je verteld dat je een jongen of een meisje bent, dat je je zo- en zo moet gedragen enzovoorts. binnen de kortste tijd maak je je deze ideeën en concepten eigen omdat je als kind aanneemt dat die volwassene ‘het wel zal weten’. uiteraard zijn hierop ook uitzonderingen maar de meerderheid van de kinderen slikt dit alles voor zoete koek.

Nu is het zo dat je als moderne mens vanwege je deel-uitmaken van de maatschappij jij daarmee ook deelgenoot word van alle opgedane voor- en nadelen. de voordelen van deelgenoot zijn wegen zwaarder dan de nadelen, kijk zelf maar: je hebt toch graag een dak boven je hoofd, vind het prettig dat je niet je eigen groente, fruit tarwe rogge, rijst of wat dan ook hoeft te verbouwen en daar geen eetbare producten van moet maken. Je vind het ook fijn om bij de mensheid te behoren enzovoorts. Dus je doet gewoonweg mee en daardoor ontkom je niet aan de maatschappelijke en sociale conventies.

ieder mens ontwikkeld daardoor een masker wat we dan ‘de persoon’ of ego noemen, en dat is een normale gang van zaken. daar is niets mis mee en voor de normale omgang met mensen in de samenleving is het zelfs een noodzakelijkheid omdat je zonder persoon of ego je gewoonweg niet staande kan houden.

Maar het masker heeft ook nadelen zoals de meeste mensen dat wel weten. het word vaak tot een soort automatisme en werkt beperkend op de observatie vermogen en op je vermogen spontaan te reageren op situaties. wanneer je begint te geloven dat je de persoon bent ga je geloven in de eigenschappen en mechanismen van die persoon en dit traject is het lange traject van conditionering.

Feitelijke is dat het ook: je leert geautomatiseerd of volgens sociale conventies te reageren op een conditie, oftewel een situatie die een inbreng van jou als belichaamd mens vraagt. Deze manier van bestaan is in veel situaties functioneel en soms zelfs gewenst maar elk intelligent mens zal vroeg of laat bemerken dat er iets niet helemaal klopt aan deze manier van bestaan. Dingen gaan aan je knagen en het lijkt soms wel of het masker almaar krapper en krapper wordt. je wil er uit!

Dit kan dan leiden tot onderdrukking van deze gevoelens en ervaringen maar vroeg of laat zal het er uit moeten, dat is een gouden regel van het universum: al het gemanifesteerde wil gekend worden door de bron vanwaar ze uit voortkomt. die bron zijn jij en ik! wanneer zaken niet gekend worden, maar anders onderdrukt zullen ze druk opbouwen. In het Engels is er een uitdrukking die dit goed verwoord: “What you resist, persists” Waartegen je dus in opstand komt word sterker en zal zich tegen die opstand blijven verzetten.

Als je maar lang genoeg dit volhoud zal het eens tot een uitbarsting komen in de vorm van een burn-out, bore-out, depressie, razernij enzovoorts. Dat is de uitlaatklep of stoomventiel van het organisme wat wij zijn.

Het menselijk lichaam een enorm verfijnd en precies afgesteld mechaniek wat met de levenskracht is begiftigd. Het is een instrument waarmee het universele, onpersoonlijke en oneindige absolute zichzelf kan ervaren als dat wat het is. Het hele leven zoals wij dat kennen is dit bewust vertoeven in deze manifestatie zodat wij ervaringen opdoen en onszelf kunnen ervaren. het menselijke probleem is alleen daar in gelegen dat wij ons zijn gaan vereenzelvigen met deze manifestatie, of deze vorm. wij zijn gaan geloven dat we deze manifestatie zijn maar diep van binnen weten wij dat dit ergens niet juist is. Er is een weten dat het geloof als een eindig wezen in deze vorm niet helemaal klopt. en dit weten zal zich af en toe laten zien. veelal wordt het dan afgedaan met een reactie als: ‘dat is onzin’, of ‘dat kan toch niet’ maar er is altijd dit weten wat op de achtergrond sluimert.

Pas met dramatische wendingen zoals een persoonlijke crisis of bij de dood van een dierbare komt dit weten weer naar boven, we kunnen het maar niet met het verstand geloven en raken dan van slag. wat er aan de hand is, is dat het verstand nog altijd de overhand heeft; het zegt: “nu is het gedaan, het komt nooit meer goed of nooit meer terug, ik ben het verloren” het is dit geloof in eindigheid wat ons als een moker van ons voetstuk slaat en je in de realiteit slingert. en daar kom je dan wel-of niet tot het inzicht dat dingen ander zijn en ga je op zoek. Je wil de waarheid vinden en gelooft niet meer klakkeloos in dat wat je allemaal denkt en voelt. er moet iets meer zijn.

Daar begint de zoektocht naar wie je bent….