Grote paradox van het bestaan is het gewaar zijn en de manier waarop wij dat ervaren. Wat is er problematisch aan de ervaring? Het moeilijke van de waarnemingen oftewel het gewaar zijn, is dat elke waarneming een afstand tussen mij als subject en het waargenomen object lijkt te suggereren.

Neem bijvoorbeeld visuele gewaarwording, deze bestaat uit een object welke als beeld in mijzelf wordt gezien. Doordat het object mij als vorm is getoond, is er doordat het object als vorm is waargenomen een suggestie ontstaan dat er enige afstand is tussen mijzelf en die vorm die ik waarneem. De moeilijkheid en de oplossing van deze paradox is de realisatie, te weten dat ziener en het geziene object nummer los van elkaar kunnen bestaan. Als ik als ziener weg gestreept zou worden is er gewoonweg geen waarneming van een object. En als in het omgekeerde geval het object weggestreept zou worden zou ik geen object gewaar zijn. Er zou, met andere woorden, niet iets zijn wat ik gewaar zou kunnen zijn. Ook hier is er het paradoxale wat doorzien moeten worden, dat de artificiële scheiding van mij als waarnemer en het object als waargenomen object illusie is en subject zowel als object een en dezelfde is.