Vanuit menselijk perspectief Is het absurd om te spreken van waarheid of zelfs absolute waarheid. Waarom? Omdat elk moment zaken in verandering zijn, niets is statisch alles is altijd dynamisch oftewel in beweging zodoende kan men nooit een finale uitspraak doen over dat wat er momenteel gaande is. Wanneer mensen spreken over waarheid is dat altijd relatieve waarheid. De hele relativiteit gaat dus ook op voor de realiteit en net als in de natuurkunde geldt dat ook voor het spirituele. Wanneer je je dit realiseert is ook begrijpelijk dat de notitie van wie je bent veranderd. Wie je bent is dus nooit meer een momenteel statisch iets zoals een vorm of een beweging. Het frappante van deze realisatie is dat de realisatie zelf niet momenteel is daar ze ten alle tijden gewaar is van alles wat zich voordoet, de grote kosmische grap is nu juist dat gewaarzijn in een zeker zin zichzelf doet, oftewel gewaarzijn heeft geen object, noch subject en met het verstillen van het momentele (een moment waarop het zintuigelijke, het denken en het voelen verstommen) de gehele notie ‘ik ben’ daarmee ook verstilt. Met andere woorden: in de verstilling, vervalt alles inclusief ‘ik ben’.
Aan de andere kant is het goddelijk spel (in Sanskriet Leela genoemd) de alledaagse beleving. Deze beleving zou zijn intensiteit en bekoring verliezen wanneer er niet een notitie van afgescheidenheit of individualiteit zou zijn. De schoonheid zit hem dus in de vergankelijkheid. Doch zou het vergankelijke zonder mijn aanschouwen niet bestaan en welke notie je ook hebt, welke benadering je ook neemt, welke autoriteit je als benadering in de arm neemt, hoe je het ook bekijkt, alles komt elke keer weer op hetzelfde inzicht neer: het ene bestaat nooit zonder het andere. Afzonderlijke wezens of objecten bestaan alleen in de verbeelding, in (absolute) realiteit zijn ze onafscheidbaar een eenheid.