Ik krampen, dat zijn van die momentele zaken waarbij je heimwee, verdriet om een relatie of verlies van iemand (of soms zelfs iets) kan hebben. Het is het ik-je wat je denkt te zijn, de zelf gesponnen cocon van ideeën, gevoelens enz. die je binden aan het concrete. Die binding is een denkbeeldige, maar vaak wel behoorlijk vaste overtuiging ‘iemand te zijn’ gedefinieerd door objectiviteit.
Het ik-je of ego is een constructie van het denken in een poging vat te krijgen op de dagelijkse realiteit welke in wezen ongrijpbaar en daarmee on-objectiveerbaar blijkt te zijn wanneer je serieus zelf-onderzoek gaat doen.
Ik kramp kan zich manifesteren in allerlei vormen zoals: verdriet, obsessief gedrag, depressie, manie en verder. De kunst is te leren doorzien dat het een vorm van afleiding is om maar niet geconfronteerd te worden met de wetenschap ongedefinieerd te zijn want als er iets is waar denken en daarmee dus ego niet tegen kan is het wel de afwezigheid van definitie oftewel vorm.
De afwezigheid van vorm word door veel mensen ‘ervaren’ als leegte of absolute zwartheid en als je dit als kind hebt ervaren weet je hoe beangstigend dit beeld kan zijn. Om die reden heeft het zelf zich omkleed met ideeën en gevoelens en de daaruit ontspruitende overtuigingen. Wanneer die in het zelf-bewustzijn zijn genesteld is er vaak een sterke neiging elke ‘aanval’ erop af te weren in de vorm van projectie en/of uitsluiting. Dit zijn de ‘offensieve middelen’ van het ego.
Zelfrealisatie is niets minder dan zonder verwachting en voorkeur over alle tegen bewegingen van het ego heen te stappen en dat wat zich aandient zonder pardon te accepteren voor dat wat het is. Daarmee schep je voor jezelf een opening om uit de identificatie te stappen.