De enige echte waarheid die ieder mens weet en kent is ‘ik ben’ deze waarheid is zelf evident of waar doordat je direct weet en bekent bent met ‘haar’

Vanuit ‘ik ben’ wordt de wereld gekend als datgene waardoor ik ben die ik ben, ik ken mijzelf als alles wat zich voordoet doordat ik die ervaring ben en onderga. Ik ben altijd en alleen IK als dat. Ik ken mezelf als belichaamd maar weet tegelijkertijd dat dit belichaamde bestaan een ‘continu veranderlijk beeld’ is, dus wat ik ben is alles wat komt en gaat en daar achter-, in-, onder-, tussen-, boven en beneden ben ik ook want ik ben dat wat dit alles is waar ik bewust door ben van dat.

De Advaita is tegelijk moeilijk als makkelijk te kennen in objecten en alles wat niet object is. IK ben tegelijk niet dat want dan zou ik met elke ervaring worden geboren en sterven terwijl ik voortduur in alles. De reden dat IK ongrijpbaar ben is dat ‘IK’ of ‘Zelf’ de objecten gewaar ben terwijl ik Zelf daar voorbij ben. Doordat ik altijd weet dat ik dezelfde ben voor-, tijdens en na de slaap waar ik soms verschillend belichaamd ben, weet ik dat ik dat alles niet ben, maar dat dat alles niet gekend zou zijn als ik er niet was.

Ik ben tijdloos, kijk maar: als ik je vraag ‘hoe laat is het’ moet jij dit van een horloge aflezen, jijzelf weet niet hoe laat het is en als jij in een afgesloten kamer zou verblijven welke constant verlicht is en een constante temperatuur heeft zou je geen idee van tijd hebben. Zie dus dat je je bestaan afmeet aan de dingen of objecten maar dat dat bestaan daar niet noodzakelijk van af hangt. Jij bent ook jij als er geen enkel object waar word genomen. Dat weten wij door de droomloze slaap. Zelf is evident zonder bewijs want het bewijs ben jijzelf. Je hoeft je Zelf niet te verklaren in andere zaken want dat zou jou ernstig tekort doen, IK kan onmogelijk in objecten worden uitgedrukt omdat ik de objecten zelf ken, herken en uiteindelijk zelf in het leven roep door ze waar te nemen.

Als de aandacht zich van het ene (object) op het andere (object) richt wordt ik me bewust van dat object wat op dat moment in mijn brandpunt van aandacht ligt. Al het andere is dan niet waargenomen, het is een misvatting te denken dat je meerdere objecten tegelijk kan waarnemen want dat is gewoonweg niet de realiteit. Neem als voorbeeld autorijden, je bent je soms helemaal niet bewust van waar je bent of bent geweest en als je bijvoorbeeld aan het App-en bent zal je het zijn opgevallen dat er momenteel alleen de app of dat wat verschijnt aanwezig is, het is door het feit dat de geest zo snel objecten achter elkaar kan waarnemen dat er een illusie van tegelijkertijd ontstaat. Deze illusie is te vergelijken met een film die uiteindelijk beeldje voor beeldje word afgespeeld waardoor er een idee van continuïteit ontstaat.

De ervaring welke wij dagelijks hebben is dat wij een belichaamd wezen zijn, dat komt omdat er constant een waarnemen vanuit de zintuigen, vanuit een stand-punt wordt waargenomen en dat standpunt als de bron van de waarnemen wordt aangezien. Wanneer je slaapt heb je soms een ander lichaam en toch weten we daarvan dat wij dat niet zijn, in de waak toestand zijn wij ons bewusts van het lichaam en gedachten als ook gevoelens (emoties) en dit gewaarzijn koppelen wij automatisch aan het idee: ‘dat ben ik’ maar wanneer je slaapt en in de droomloze staat geraakt, zijn jij en ik er ook, alleen zijn wij dat objectief niet gewaar, dat zien-, horen, ruiken-, proeven en voelen wij niet omdat we de werkingen van de zintuigen zien, wat wij zijn is iets wat ook de zintuigen als werking waarneemt en zich er van bewust is.

Er rest mij nog een verklaring; en die is dat bewustzijn vaak wordt verward met mentale activiteiten zoals gedachten en gevoelens (jazeker gevoel is iets wat zich in de geest voordoet en daarmee is het net zozeer een object van bewustzijn als elke willekeurige gedachte of waarneming)

Bewustzijn is absoluut alle zintuigelijkheid gewaar maar daarmee is ze niet alleen maar die zintuigelijkheid! Wanneer het oog iets ziet wordt het oog zelf niet gezien en precies hetzelfde geldt ook voor bewustzijn.

Jij en ik zijn dat bewustzijn en daarmee zijn wij in wezen onkenbaar maar zo herkenbaar onkenbaar dat je je onmogelijk kan onttrekken aan dat je weet dat jij DAT bent.