De gehele waargenomen wereld is wezenlijk of essentieel een. De gewaarwording van objecten in de vorm van afgescheiden verschijnselen is enkel en alleen toe te wijzen aan de werking van de zintuigen. Alles wat er is, is ‘doordenkt’ van bewustzijn (of neem elke willekeurige andere term die de landing dekt) en bewustzijn is noch enkelvoudig nog meervoudig maar kent gewoonweg geen afgescheidenheid of verdeeldheid. Deze vorm van liefde is de ‘lijm van de wereld’ ze rijgt alles aan elkaar en is het gelukzalige gevoel wat je je gewaar wordt wanneer je je laat wegzinken in Zelf in de vorm van meditatie, top prestaties, concentratie welke zich als eenheid en energie laat voelen etc. Elk grassprietje, elke steen, elk dier en elk mens is Zelf, bewust als Zelf en aandachtig als Zelf op de momenten dat het mentale verstild. Alleen het denken in de mens, brengt die mens in die aparte staat zoals alleen de mens die kent: de staat waarin je je voelt als alleen, als afgescheiden wezen van alles, de totale leegte. De meeste mensen rennen hier hard van weg want het voelt onwerelds en eng aan. Maar het is enkel het opkomen van die gevoelens en gedachten en dat is alles van voorbijgaande aard. Zelf is immer en altijd aanwezig, in elk wezen wat zich manifesteert, Zelf is altijd de verwijzing naar IK welke zich uitdrukt. Maar IK is ook daar zonder uitdrukking, alleen zijn wij ons daar dan niet bewust van, intuïtief weten we dat dit waar is maar onze geconditioneerdheid brengt ons in verwarring, ze zegt: dat klopt niet met wat ik geleerd heb.